Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Zebul tot hem: Waar is nu uw [65]mond, waarmede gij zeidet: Wie is Abimelech, dat wij hem zouden dienen? is niet dit het volk, dat gij veracht hebt? trek toch nu uit en strijd tegen hem! 65. Dat is, u trotseren en grootspreken.